Tour de France-juli 2009: een terugblik.
Een aantal weken in de
zomer is het extra genieten op radio en teevee. Mijn mannen kijken er ook graag
naar en dan het liefst op Sportza of beter “de Belg” zoals wij zeggen. Daar is
het commentaar gezelliger en in mijn oren ook humoristischer.
Het valt niet
altijd mee om de tijd naar de finish vol te praten en helemaal niet als er
verder niets speciaals gebeurt. De commentatoren brengen allerlei feitjes over de historie van de Tour naar
buiten en melden en passant over de goede restaurants en hotels langs de route.
Er wordt gepraat over wie waar en hoe heeft gewonnen, over bijnamen zoals de
Haai en het Olifantje, over de wentelwiek die van boven af de prachtige
omgeving laat zien en ze zien aan de omvang van de kuiten wie wie is.
Soms plof ik ook even op
de bank voor het scherm om wat 'olie op het Tour vuur te gooien'.
“Mam, dat betekent dat
het helemaal vooraan is!”
“Ja, daarom. Elke dag
rijdt hij voorop, want ik zie die naam elke dag op het scherm staan en die
anderen zitten daar altijd achter. Toch goed om elke dag voorop te rijden.”
Er volgen vernietigende
blikken en ik pak maar gauw de wasmand en haast mij naar boven.
Even later zit ik er weer
bij.
“Moeilijk om die jongens
te herkennen.”
“Nou, ze hebben allemaal
een nummer en zo is te zien wie wie is.”
“Goed, maar met die helm
en zonnebril op kan ik toch slecht zien wie het is.”
“Ze hebben ook allemaal
pakjes aan van de club waar ze bij horen.”
“ Dat is makkelijk gelukkig.
Ik zie die jongens van de Rabobankploeg wel in hun oranje/blauwe pakken, maar
die ene baliemedewerker van de Rabo uit de stad heb ik nog niet herkend.”
Weer een vernietigende
blik en een diep zucht er bij.
Zondag is er een spannende beklimming en het is rotweer in Holland, dus lekker de hele middag voor de buis naar de Tour kijken. In groepjes komen de jongens de berg op en ze hebben het warm zo te zien. Shirtjes open en zicht op witte kippenborsten: verheffend.
Zondag is er een spannende beklimming en het is rotweer in Holland, dus lekker de hele middag voor de buis naar de Tour kijken. In groepjes komen de jongens de berg op en ze hebben het warm zo te zien. Shirtjes open en zicht op witte kippenborsten: verheffend.
Over het shirt, le
tricot, zal ik maar geen opmerkingen maken. De gele trui , le maillot jeune, hoogste in het
klassement, vind ik ronduit afschuwelijk. Dat ze daar geen andere kleur voor
hebben gekozen. De groene trui, voor de beste sprinter, is ook zo lelijk. Wie
kiest er nu voor groen!
De witte trui, voor de beste junior, gaat er mee door, maar het houdt niet echt over.
De witte trui, voor de beste junior, gaat er mee door, maar het houdt niet echt over.
De bolletjes trui is mijn favoriet: zeker en
vast, ik ben dol op stippen, groot en klein. Daar word ik blij van zoals ik
laatst mijn neefje en nichtje heb uitgelegd.
Laat een goede couturier toch eens bekijken wat de beste kleuren zijn voor de volgende zomer en gooi er eens wat variatie in. Laten ze ook eens letten op de kleuren van de sokken: geen zwarte sokken of kniekousen bijna, met witte en zwarte schoenen. Het oog wil ook wat. We kijken er tenslotte 3 weken naar, dus geef het een beetje sjeu.
Laat een goede couturier toch eens bekijken wat de beste kleuren zijn voor de volgende zomer en gooi er eens wat variatie in. Laten ze ook eens letten op de kleuren van de sokken: geen zwarte sokken of kniekousen bijna, met witte en zwarte schoenen. Het oog wil ook wat. We kijken er tenslotte 3 weken naar, dus geef het een beetje sjeu.
De leukste opname vind ik
die van achteraf geschoten. Al die opwippende kontjes uit het zadel in
verschillende kleuren doen leuk aan.
Inmiddels ben ik aan de
andere kant van de kamer gaan zitten en hoor op afstand dat Tom Boone ‘in de
bus zit’. Daar schrik ik toch wel even van. Bloed, breuken, fiets kapot?
Ik moet weer even iets
zeggen. “Is hij er nu mee gestopt?”
“Nee, dat is als een
groep renners bij elkaar rijden net zoals je met meerdere mensen in de bus zit.”
Gelukkig voor Tom denk ik dan. Hij kan nog meedoen.
Af en toe rukt een renner
zich los van de groep. De Belgische verslaggever onderbreekt zijn historische
gemuizel en met stemverheffing vraagt hij zich hardop af wat er nu weer gaat
gebeuren. Er worden tijden genoemd en namen van achtervolgers. Ze kunnen ook
niks doen of het wordt gezien en besproken. Ook het resultaat van die uitbraak
wordt op voorhand al kansloos, risicovol of slim gevonden. Of het is een knecht
die dat helemaal niet zou mogen doen. De hele middag tegen het zelfde
achterwerk aan kijken is niet leuk, dus zou ik ook af en toe uitbreken.
De Tour op de radio is
echt leuk. ‘Ici radio de Tour
de France, le spectacle du NOS’.
In de tijd dat Theo Koomen nog achterop de motor verslag uit bracht van alle gebeurtenissen leek er altijd veel meer te gebeuren. En de muziek die gedraaid wordt is ook vaak lekker om te luisteren. Elke dag een andere Tour artiest en veel Franse muziek.
In de tijd dat Theo Koomen nog achterop de motor verslag uit bracht van alle gebeurtenissen leek er altijd veel meer te gebeuren. En de muziek die gedraaid wordt is ook vaak lekker om te luisteren. Elke dag een andere Tour artiest en veel Franse muziek.
Als de Belgen er niet
zouden zijn met Sportza zou ik kiezen voor de beelden van de teevee en daarbij
het geluid van de radio.
Nu hebben ze het over een
dag zonder ‘oortjes’. Je moet er ook wel een beetje verstand van hebben anders
snap je er niets van. Zonder oortjes dus en dan moeten de renners zelf denken
en dan gaat het wel gevaarlijk worden volgens de verslaggevers. Ze hebben geen
hoge pet op van die jongens op de fiets.
(later in die week hoor
ik over frequenties en afluisterpraktijken met die oortjes. Daar dus ook al!)
De wentelwiek stuurt de
meest prachtige beelden door van de mooie plekjes waar het peloton langs komt.
Soms gaat het zo snel dat ik het niet zo goed kan zien wat het is.Ik dacht een
groot parkeerterrein te zien vanuit de lucht. Handig voor al die toeschouwers.
Maar volgens mijn ‘medekijker’ was het een begraafplaats. Het waren keurige
rijtjes, dus dat kan ook.
Ik heb wel eens een verhaal gehoord over een meneer die nooit
met vakantie gaat. Volgens deze heer kijkt hij elke dag vanuit zijn luie stoel,
met allerlei lekkere versnaperingen onder handbereik, naar de Tour en ziet zo
de meest prachtige plaatsen van Frankrijk voorbij komen. Geen vakantiestress of
verlopen paspoort, geen volle hotels of vieze campings met hurktoiletten, geen
files of onvindbare wegen en ’s avonds slaapt hij gewoon in zijn eigen bed. De volgende dag kan hij zich rustig voorbereiden
op een nieuwe route en weer genieten van de meest mooie plekken in Frankrijk. Soms heeft hij een dag vrij en stapt dan zelf op de fiets voor een rondje. Dan blijft hij in de mood.
Vanavond kunnen we nog
even kijken naar Mister Tour de France Number One, Mart Smeets. Wie heeft hij
dan weer aan de tafel en wat valt er nog te zeggen over de afgelopen etappe.
Wie heeft de beste kansen, hoe doen de Hollanders het en wat brengt de dag van
morgen.
Voor de jongens die
vandaag een zware dag hebben gehad is het licht al uit hoop ik. Morgen weer
zo’n dag of nog zwaarder, lekker slapen nu.
Over een week op zondag is de finish in Parijs en
na die dag is het weer een jaar over met sport kijken aan het eind van de
middag.
Andere programma’s op de teevee en andere muziek op de autoradio.
Le spectacle du NOS: c’est fini.
Andere programma’s op de teevee en andere muziek op de autoradio.
Le spectacle du NOS: c’est fini.