maandag 10 november 2014

het is maar een grapje, maar ondertussen .....................

Het is maar een grapje, maar ondertussen................................


Het kind in mij blijft altijd alert op spelen en speelgoed.
 Hadden we enkele jaren gelden de Tamagotchi, daarna zijn er nog andere zogenaamde wensen gebleven op het gebied van knuffels en speelgoed.
We hebben er een in huis gehad en misschien ligt hij nog wel in een lade ergens:

Tamagotchi: een klein apparaatje dat heel veel aandacht vroeg. Op tijd eten en laten slapen en als je hem een tijdje geen aandacht gaf, ging hij gewoon dood. Een klein drama, want dan hoorde ik Stefanie plotseling op haar kamer roepen:" Mam, hij is dood!"
Wat is er nu weer gebeurd en ik vloog de trap op om op te gaan ruimen en te troosten. Bleek het gewoon haar supersonische tamagotchi te zijn die zij een paar dagen was vergeten. Niks loos dus.
Maar toen heb ik besloten dat ik er naast een gezin met 3 kinderen, een baan, vele hobby's en sporten, niet nog eens zo'n aandacht vrager er bij kon hebben, dus geen tamagotchi voor mij.


Een tijdje later zag ik in een speelgoedboekje iets staan wat mijn aandacht trok. Het was een Furby.
Een klein zacht knuffeltje dat de hele dag lieve woordjes kon zeggen als I LOVE YOU en meer van deze lieve dingen. Dat moest hem worden en iedereen lachte mij natuurlijk uit.
De prijs maakte dat ik wel even wilde wachten, want hij was een beetje duur. Misschien in de uitverkoop mijn slag slaan. Maar in de uitverkoop kwamen ze nooit en na een poosje zag je ze nergens meer.
Tot vorig jaar, winter 2013. In een speelgoedboekje voor de Sinterklaas tijd zag ik ze weer staan. Maar in de winkel gekomen schrok ik enorm. Wat een taalgebruik hebben die beestjes en ze zien er niet knuffelig uit, maar eng. Als een nichtje er dan een voor haar verjaardag krijgt en ik hoor wat hij zegt, ben ik er helemaal klaar mee, griezels zijn het. Geen Furby meer voor mij

Dan komen in november 2014 de nieuwe cadeauboekjes en daar vind ik ze in: Zorgenvriendjes.
Er zijn verschillende uitvoeringen, maar het komt hier op neer: je schrijft je zorgen op een papiertje, stopt ze in de mond van je zorgenvriendje, ritst deze dicht en het is opgelost! Hoe moeilijk kan het zijn?

Ik kies..........................., wat een zorg! Wie moet ik nu kiezen?

dinsdag 21 oktober 2014

meerminnen



Eindelijk, ik ben een zeemeermin.

Dit kopje boven een foto in de NRC van donderdag 9 oktober 2014 maakt mij helemaal blij. Dank je, Carlijn Teeven. Zij schreef dit artikel en alleen de foto al,van Manu Fernandez, maakte dat ik het wilde lezen, beschrijven en bewaren.
Carlijn begint met te vertellen hoe haar staart vol zand zit, zij een lens kwijt raakt en een halve liter zeewater heeft ingeslikt. Ik zie het voor mij gebeuren. Het zwemmen met een staart is een droom van haar sinds ze Ariël op een videoband zag rondzwemmen met haar vriendjes diep in de zee. Wie heeft daar niet van gedroomd?

De eerste Europese Academie voor Zeemeerminnen (Academia de Sirenas) is begin augustus in de Spaanse stad Tarragone (Spanje) geopend. Volgens de oprichters, Susana en Alejandro, is het zwemmen met een staart goed voor buik-, rug- en beenspieren. Ariël draagt een paar mooie schelpjes over haar borsten als ze de diepte in duikt, maar omdat Carlijn vermoedt dat het er wel iets ruiger zal toegaan dan in de Disneyfilm, hult zij zich in een stevige Speedo top. Dit is weer iets teveel van het goede, volgens Susana, want het moet wel sexy blijven. Ze krijgt een top die precies past bij de kleur van haar staart.

Op de foto zien we 7 staarten, in kleur, de hoogte in wijzen. Het zijn 6 dames en een heer. De laatste is rond een jaar of 18 en ik vraag mij af wat zijn gedachte is hierachter. Fijn voor hem is weer dat hij geen topje aan hoeft.
Susana heeft de juiste toon te pakken en geeft wat goede aanwijzingen: in de zee is geen stress, begin met wat oefeningen op het strand (want met een staart aan kan je niet lopen), maak gebruik van de golven, doe alsof je een dolfijn bent, plaats je handen voor je hoofd en maak golvende bewegingen met je heupen. Verder goed opletten op je ademhaling, een maal onder water buig je je knieën, strek je je benen naar boven en klap je met je staart op het water. En dat dus allemaal tegelijk. Zijn jullie er nog?
Verdeel in groepjes van 2  (met 7 personen?) zodat je elkaar kan helpen met het aantrekken van de staart. Dan het water in en wel eerst luisteren naar de aanwijzingen van Susana, want zij doet het voor. Het valt allemaal niet mee; haar in de war, eyeliner doorgelopen, zout water dat in de ogen prikt, medecursisten die met hun staart op je hoofd slaan, een bikini-topje dat onder de oksels kruipt. Het lijkt helemaal niet op de manier waarmee Ariël door het water glijdt en haar avonturen beleeft.
Maar een work-out is het zeker, volgens Carlijn.

Met veel plezier heb ik het stuk gelezen en het prikkelde daarvoor reeds om er iets over te schrijven. Wij waren in maart van dit jaar nog in Tarragone en ik heb een hele tijd langs de kustlijn en het strand gelopen. Nergens een zwemschool voor meerminnen te zien toen, dus waren wij een maand of 5 te vroeg daar. Toch maar eens goed opletten als we er een volgende keer naar toe gaan. Tot die tijd behelp ik mij maar bij mijn eigen fitnessclub en doe bij Fit4Lady twee keer in de week de oefeningen en work-out op het droge.

Misschien een idee om een volgende zomer wat meermin lessen te organiseren op het strand van Bergen aan Zee, Zandvoort of Den Helder?

wacht verzachters

Wachtverzachters


In de krant van dit weekend, De NRC of de Alkmaarsche Courant, las ik een stuk over wachtverzachters.
Na het lezen van een woord als dit, slaat mijn fantasie op hol en blijft het woord in mijn hoofd rond spoken en krijg ik er allerlei associaties bij.
Natuurlijk dacht ik als eerste aan het woord wasverzachter. Ik gebruik dit artikel niet in mijn wasmachine. Ik noem het spul, dat ik na dat ik mijn haar heb gewassen gebruik om het zachter en minder klitterig te maken, wel wasverzachter, terwijl dit eigenlijk conditioner heet.
Even hierna moet ik denken aan de speelplekken voor kleine kinderen in de wachtkamer van de dokter en in het ziekenhuis, maar ook in restaurants.

In het ziekenhuis kreeg ik enige tijd geleden te maken met een wachtverzachter in de wachtkamer. Een groot scherm met daarop verschillende filmpjes van mooie vergezichten, berglandschappen en watervallen.
 Dit laatste zat ik niet op te wachten, omdat ik was verzocht met een volle blaas te komen voor een onderzoek.  Ik had thuis 2 flesjes water van een halve liter gedronken en een grote koffie. Telkens als ik die watervallen zag of die waterskiër achter dat bootje in een strakblauwe zee, deed ik het bijna in mijn broek en duurde het wachten minstens 3x zo lang. De wachtkamer verlaten was geen optie, omdat ik dan niet zou weten wanneer ik aan de beurt zou zijn. Heel erg knijpen dus maar en de ogen ook stijf dicht houden.

 "Emma wil opgehaald worden uit het kinderparadijs", hoor ik als ik bij een Zweedse woonketen rond loop. Lekker laten zitten, denk ik dan ( het is mijn kind niet, ik heb geen Emma), mama is nog niet klaar met haar voorgeprogrammeerde rondje en de gratis koffie op vertoon van de familypas.
 Kinderen zijn minder geduldig en om hen wat af te leiden kunnen zij terecht in de speelhoekjes en kinderparadijzen die winkels en restaurants hebben gemaakt om de ouders zo lang mogelijk bij hen te houden.

Maar wat als je als volwassene in de rij staat voor de kassa bij de supermarkt of de vertrek balie op Schiphol?   
Bij de supermarkt kun je gaan bekijken wat andere mensen in hun karren hebben liggen en daaruit voor jezelf gaan afleiden hoe en wat ze gaan doen, eten, schoonmaken, koken en noem maar op. 
Of je kunt naar de verhalen gaan luisteren die een dame voor je heeft met een ander via haar mobieltje. Zo hoorde ik een mevrouw heel boos worden en heftig praten in haar spreekijzer en ze haalde iedereen er bij waaronder haar advocaat. Genieten was het van de blikken van de andere mensen in haar omgeving en van de kassière die zonder maar iets te zeggen haar boodschappen scande en afrekende.
Dan ben je zelf bijna aan de beurt, legt je spullen op de band, afrekenen en snel inpakken en wegwezen.
zij maken een foto van je terwijl je wacht en kunnen deze bv naar de buurvrouw sturen als reminder dat je echt weg bent.

Het stuk in de krant was gemaakt naar aanleiding van een bezoekje aan Schiphol. Met deze drukke vakantietijden groeien de wachtrijen tot ongekende lengtes en daar sta je dan tussen met de kinderen die steeds maar moeten plassen, iets willen eten of vragen of ze er al bijna zijn.
de wereldwandelaar op Schiphol
Om het wachten hier te verzachten is niets te gek. Verklede figuren halen allerlei kunsten uit om de mensen af te leiden en zichzelf in de picture te zetten.
Met mijn clownsmaatje Monique (www.declownendekoffer) wil ik ook wel eens wachtverzachter
zijn. Ik zie ons al schuiven op Schiphol met onze koffertjes en andere spullen. Want het lijkt mij voor onszelf een heerlijk moment om de reacties te zien. En met die rode neus op kan ik veel meer dan in mijn dagelijkse outfit.
uit het Haarlems Dagblad : wachtverzachten op Schiphol






Minder leuk is het natuurlijk als de mensen die de wachtverzachters bekijken in grote openbare gelegenheden op deze onbewaakte momenten door pickpockets  hun spullen kwijtraken, dus opletten allemaal.

Wachtverzachters, ik ga het toevoegen aan mijn leuke-woorden-lijstje.

dinsdag 30 september 2014

verhaal bij een kunstwerk: september 2014

verhaal bij een kunstwerk september 2014

Huis ladder vlag
Petra Talsma


Huis ladder vlag

Het komt niet
van de grond:
mijn hoofd doet
niets met mijn mond.
De dagen van september
snellen voorbij, deze keer
geen verhaal van mij.

Ik kijk en kijk
en nog een keer
zijn het nieuwe
woorden die ik probeer.
Ik plak ze
lukraak aan elkaar,
de reeks van letters
die ik vergaar.

Het lijkt er niet op,
't wil niet beklijven,
moet ik in
gebreken blijven?
Ik wil het schrijven,
zeker en vast,
als ik het woord kan
vinden dat wel past.

Op de laatste avond
komt het aan:
HUIS LADDER VLAG,
recht naar de maan.
Omhoog, de ruimte
moet ik in, de blauwe lucht !
Ik sluit mijn schriftje
en ik zucht.

zaterdag 20 september 2014

stapelgedichten in de bibliotheek 20-9-2014

Zaterdagochtend eigenlijk vaste prik: naar de bibliotheek in de stad. Lekker wat rondkijken een tijdschrift lezen en soms wat meenemen.
Vanmorgen heb ik 4 x 5 boeken gepakt van de 'net ingeleverd tafels', de titels overgenomen in mijn kleine schrijfboekje en thuis op stroken geschreven. Met wat geschuif en gezoek kwam ik tot deze 3 stapelgedichten.


Hoe word ik een goddelijke huisvrouw
ooit, misschien.
Terug naar huis
strijden op stiletto's
 het wachten bezingen.


Het leven van de ander,
 noem het liefde.
Ik geloof dat hij Hans heette, 
een geval van ordeverstoring.
het onvermijdelijke toeval:
Aan de oever van Piedra huilde ik.

De verdovers.
Sterrenstof,maar
ik wens je een mooie droom.
Het bamischandaal en
 de zoetheid van perziken. 
Iedereen heeft alles in
het woud der verwachting:
was alles maar konijnen.
Alles komt goed.

Alkmaar, 20 september 2014

dinsdag 12 augustus 2014

Schroot. verhaal bij een kunstwerk van de maand augustus 2014

Hans Wap: Schroot
Kunstwerk voor de maand augustus 2014 gevat in een Pantoum van 16 regels  

Schroot

winden waaien in briesjes en storm                                                                                                                maken bomen vol en kinderen bol                                                                                                             nemen alles mee op hun geweldige reis                                                                                                          kijken niet op of om en gaan altijd maar door

maken bomen vol en kinderen bol 
alles van waarde is weerloos …. ook nu 
kijken niet op of om en gaan altijd maar door                                                                                               mijn huis, mijn schuur, ze houden het niet                                                                                                                 
alles van waarde is weerloos ….ook nu                                                                                                      het één volgt op het ander, ik zie het gaan                                                                                                   mijn huis, mijn schuur, ze houden het niet                                                                                                      alles verwaait, niets blijft nog staan                                                                                                                                                  
het één volgt op het ander, ik zie het gaan                                                                                                      wat overblijft is stilte, puin en schroot                                                                                                           alles verwaait, niets blijft nog staan                                                                                          
winden waaien in briesjes en storm

Olga van Dalsem

Alkmaar 12 augustus 2014

woensdag 9 juli 2014

verhaal bij een kunstwerk: juli 2014

binnen en buiten door Bob van den Born.

Voor mij is het hier binnen en is hij buiten,
voor hem is het buiten en ben ik daar binnen.
De vlokbotvogel vliegt voorbij
en hij kijkt er niet eens naar,
hij heeft enkel oog voor mij.
Mijn maatje muis is binnen, heel dichtbij.
Laten we zwaaien naar elkaar
vanaf mijn verwondervloer met een vorig leven.
Zeg ik hem gedag…. van binnen naar buiten
En blijft hij kijken……  van buiten naar binnen.


Olga van Dalsem                                                                                                                                                               Alkmaar , juli 2014

Kijkend op internet naar meer werk van Bob van der Born vond ik ook deze nog en wil dit werk graag toevoegen aan dit verhaal.
on the run by eye-time


voor Iris: dagmerries

Voor Iris


Nachtmerries en dagmerries.
Gelijk dat rode kringellijntje onder het woord dagmerries. De spellingscontrole van mijn computer herkent het woord niet  en geeft het als een fout aan. Als ik met de rechtermuisknop klik op het woord krijg ik allerlei andere suggesties, maar die wil ik niet. Ik wil het woord dagmerries. Dan maar met een rood lijntje er onder.
In het dikke  Kramers woordenboek op mijn schoot vind ik het woord dagmeisje (een dienstmeisje voor overdag) en dagmoeder (vrouw die overdag kinderen van werkende ouders opvangt). Wie heeft er nu een dienstmeisje voor overdag? En een vrouw die andermans kinderen opvangt noemen wij een gastouder of oppasmoeder.                                                                                                                                                             
 Maar goed, ergens tussen deze twee woorden zou dagmerrie moeten staan. Ik kan het niet vinden en ga eens op zoek bij nachtmerrie en sla het boek open bij nachtspiegel, dus ik ben er bijna. Tussen nachtmens (die bij voorkeur laat naar bed gaat en laat op staat) en nachtmis ( ’s nachts opgedragen mis) staat het woord nachtmerrie met als betekenis: benauwde angstige droom.
Als ik dagmerries opzoek via Google komt er een verklaring die ik zelf ook wel had bedacht:
angstdromen die je hebt terwijl je wakker bent. Als blijkt dat er in de psychologie een heus woord voor bestaat, intrusies, komt naar voren dat het wel een echt woord is met een echte betekenis. Volgens deze verklaring laten de angstige gedachten je niet los en blijven de kop op steken. Hetzelfde dus als met nachtmerries en het enige verschil is dat het dan donker is.
                                                    
Menig mens kent deze verschijnselen in de nacht: niet kunnen slapen en dan komen, wat ik meestal zo noem, de beren los. En die beren zijn altijd erg donkerbruin of misschien wel zwart! Van alles gaat kris-kras door het hoofd en de meest verschrikkelijke scenario’s passeren de revue. En zie ze maar eens te stoppen. Wat je voedt groeit en zo is er geen houden aan. Alles heb ik geprobeerd: even gaan plassen, ontspannen en dan beginnen bij je voeten. Maar voor ik bij mijn knieën ben is die donkerbruine beer er weer. Denken aan iets leuks en prettigs werkt meestal niet lang genoeg om Klaas Vaak de ruimte te geven mij weer in slaap te brengen. Het kan soms wel 2 uur duren voordat ik weer in slaap val en dan is het wel heel snel ochtend.

De dagmerries komen op elk moment van de dag. Bij het ontbijt heb ik het meestal te druk met de krant, dus dan is er geen ruimte voor. Later op de ochtend, als ik bijvoorbeeld de boodschappen doe, schiet mij ineens te binnen of ik de deur wel op slot heb gedaan of  het gas niet heb laten branden onder de fluitketel. Dan is het hek van de dam: inbrekers, politie, brandweer, alle spullen weg of in de fik. Pas als ik weer, hard fietsend  met een rood hoofd en het zweet op mijn rug, thuis ben gekomen en voel dat de achterdeur wel degelijk op slot zit en geen zwarte wolken uit de keuken zie komen, ben ik gerustgesteld.
Al een aantal keren was het de telefoon die mij in een echte dagmerrie terecht deed komen. Het bericht van een ziekenhuis of verzorgingshuis  met de mededeling dat een ouder heel ziek was en wij echt moesten komen of zelfs dat er een einde was gekomen aan het leven. Dan ging de dagmerrie over in een nachtmerrie en wilde dit pas na langere tijd minder worden en over gaan. Nu komen overleden (schoon)ouders en familieleden of vrienden nog wel eens terug in mijn dromen, overdag of 's nachts, maar dan met een glimlach om mijn mond en de gedachte aan een fijne herinnering.                                                         
 Het geluid van gillende sirenes tussen 8 en 9 uur kon mij enkele jaren geleden de stuipen op het lijf jagen. De kinderen onderweg naar school op hun fiets en mijn lief in de auto op weg naar zijn werk ? Nee toch, het zal toch niet…………………………………. Even later zakte het gevoel van angst weer weg. Maar ik realiseerde mij dan wel dat iemand anders een nare boodschap zal krijgen over een naaste.

Dagmerries zijn net zo vervelend als nachtmerries, maar ik heb er meer controle over. Ik wil ze niet voeden en dan blijven ze niet groeien. Nachtmerries komen in het donker en in mijn slaap. Ze nemen mij mee naar waar of wat ik niet wil zijn.
                                                                                                        
Als ik in de nacht wakker lig en de beren zijn te veel en te zwart, probeer ik het positief te zien. Het is extra (be)denktijd probeer ik mijzelf te overtuigen. Soms levert het een goed idee op voor een verhaal of een creatieve uitspatting. Maar liever slaap ik gewoon tot ik weer wakker word de volgende dag en zonder al dat gedoe.
Een volgende keer meer over dagdromen en nachtdromen.






De  dagen na het schrijven van dit verhaal had ik op mijn nachtkastje een boekje van Haruki Murakami liggen met de titel Slaap. Toeval?

het is een dun boekje met ruim 90 bladzijden. het verhaal is echt Murakamisch en de illustraties er bij zijn in zwart wit en heel mooi.
Kat Menschik heeft ze getekend en ik zocht er een aantal op:
       








woensdag 18 juni 2014

verhaal bij een kunstwerk JUNI 2014.

verhaal bij een kunstwerk: Vogelen van Yvonne Zomerdijk

Kunstuitleen Alkmaar zocht dit schilderij bij de schrijfopdracht voor de maand juni 2014
Ik maakte er het volgende verhaal bij:

Vogelen

Al lang voordat zij zichtbaar werden had ik ze gehoord. Een zacht gemurmel kwam uit één van de kleine straatjes die uitkomen op het grote plein. Ik had over ze gehoord en ze nog nooit gezien. Dat ging nu gebeuren. 
Op het grote plein midden in het dorp was het op deze warme zondagse zomermiddag gezellig druk. Mensen zaten op de kleine terrassen en ouders met kinderen flaneerden in de koelte van de schaduwen dicht bij de huizen. Op een bankje onder de grote plataan zaten de ouderen te keuvelen met elkaar of een beetje te knikkebollen. Uit een openstaande balkondeur klonken de zachte klanken van de muziek van een viool. De kunstschilder was uit zijn atelier gekomen en installeerde zich met zijn ezel en verfkoffer naast de ingang van het dorpscafé. Was het toeval dat hij er nu zat, of wist hij wat er komen ging?
Het gemurmel werd steeds luider en nu kon ik ook de stap horen waarmee de mannen dichterbij kwamen.

Toen de stoet met gekleurde hoge hoeden om de hoek van het plein kwam viel iedereen stil. Een soort van domino effect ging door de groep: de voorste rijen begonnen met botsen tegen elkaar en dat effect ging langzaam door. Ze herstelden zich snel, stonden weer recht, keken rond en vervolgden hun onverstaanbare geluiden in een zachte cadans waarbij ze elkaar af en toe aan keken.
De oranje vogels op hun hoge hoeden, schouders en armen bleven heel stil zitten en bewogen zo nu en dan alleen hun kop om met kleine kraaloogjes rond te kijken. Het leek of zij het geluid van de mannen verstonden. Het was een kleurig geheel dat zich langzaam voortbewoog over het plein en het werd aandachtig gevolgd door alle aanwezigen op het plein.
Ik keek naar de mannen en naar de reacties van alle omstanders. De schilder begon met het maken van een aantal schetsen in een blok op zijn schoot. Hij werkte snel en met vaste hand. Alsof de mannen dit voelden,  hielden zij een moment stil voor het café terras. Hierdoor werden de vogels onrustig en al snel gingen de wandelaars voort.
Een klein meisje maakte zich los van haar vader en liep op de mannen af. Zij keek naar hen en zij keken naar haar. Hun gekleurde hoge hoeden kantelden hierdoor een beetje, maar vielen niet van hun hoofden af.
"Pappa, weet jij wat ze zeggen ?"vroeg het meisjes met heldere stem.
"Ik kan ze niet verstaan", antwoordde de vader.
"Ik wel", zei het meisje, "ze vogelen".
Inmiddels hadden de vogelmannen hun ronde over het plein voltooid. Hun stap werd weer iets luider en het gemurmel zwol aan. Bij de afslag naar het kleine straatje keken zij nog eenmaal om en verdwenen toen in dezelfde richting waar ze vandaan waren gekomen.
Vanaf het erf van de laatste boerderij van het dorp bleef ik staan om hen een tijdje volgen en zodoende te zien waar ze heen zouden gaan. Hun weg ging verder, het dorp uit, rechtsaf de kustweg op en via de duinen naar het strand.
Het meisje had gelijk: vogelen, dat is wat ze deden.

 

zaterdag 10 mei 2014

verhaal bij een kunstwerk MEI 2014

Verhaal

 bij 

een

kunstwerk

Beeldtaal in Taalbeeld
Elke maand bij de Kunstuitleen Alkmaar kiezen ze een kunstwerk waar iedereen die dat wil een verhaal bij mag/kan schrijven. Deze is voor de maand mei en de foto maakte ik vanmiddag daar en schreef er thuis een verhaal bij. Het is een fotoschilderij van Rogier Alleblas en heeft volgens de gegevens van de Kunstuitleen geen titel. Ergens op internet kwam ik de titel  kopje 2 tegen en dat deed bij mij een belletje rinkelen richting kopje thee.

Zomerverjaardag
“ Néé !”, galmde het door het stille park aan het einde van een warme zomerdag.
 Mijn stem sloeg bijna over bij deze uitroep. Daar ging de laatste kroes met water. 
Plets, over de resten van wat eens een grote eik was geweest en vandaag als tafeltje diende.
Het begon allemaal zo goed die middag. Ons hele gezin was samengekomen in het park voor een picknick. Ik wilde mijn verjaardag wel eens op een andere manier vieren. Op mijn verjaardag in maart is het elk jaar koud, vaak nat en vroeg donker. Daarom had ik een besluit genomen: dit jaar vier ik  het gewoon op een mooie zomerdag en dan het liefst ergens buiten.                                                              
 Alles zat mee: het weer, de plek die we hadden gevonden, de gekozen hapjes en vooral de aanwezigheid van iedereen die ik er graag bij wilde hebben. Ik genoot van al die mensen om mij heen op deze speciale plek.                                                                                                                                                        De kleinkinderen vermaakten zich prima met elkaar en met een bal. Ook het grote klimrek hier vlakbij was een uitkomst gebleken. Hun vaders en moeders lieten zich niet kennen en deden vrolijk mee met alle spelletjes. Toen de manden en tassen met eten bijna leeg waren, begon de zon te zakken en werden de kleintjes moe. “ Tijd voor ons om naar huis te gaan, mam.”                                                   
 Het was goed zo.Toen iedereen was vertrokken bleven mijn lief en ik nog lekker nagenieten op deze mooie plek. We namen samen de dag door en lachten om de kleine voorvalletjes en uitspraken. Wat hadden we veel hulp gehad van onze meisjes. Zonder hen had ik het nooit klaargespeeld om alles in deze verscheidenheid en hoeveelheid te maken.
 “Wil jij nog een kopje thee voor we inpakken en naar huis gaan”, vroeg mijn lief.                                           “Dat is een goed idee en een prima afsluiting”, was mijn antwoord.  Er was nog één schone donkerblauwe kroes en hierin ging het laatste lauw warme water uit de thermoskan. Ergens, diep onder in mijn grote tas moest nog een theezakje zitten. Spitten en zoeken en net toen ik dacht het gevonden te hebben, gleed de tas van mijn schoot en raakte de kroes met water op de boomstronk. Deze kantelde en het water gulpte er aan de andere kant uit. Als in trance stond ik te kijken naar het gebeuren en zag zelfs  een moment de zon weerspiegelen in de rand van de kroes.                                                                                
 Ik dacht dat ik iemand heel hard NEE hoorde roepen. Was ik dat zelf? Waarschijnlijk wel, want mijn lief draaide zich, op weg naar de kofferbak van de auto, verschrikt om en riep: “ Wat is er?”                             
 “Mijn kroes met water is omgevallen, dus geen laatste kopje thee meer “, riep ik terug. Ik liet het laatste beetje water weglopen op het zachte mos rond de boomstam.                                                                     Straks thuis is er weer genoeg heet water, een schoon kopje en een heerlijk plekje in een hoekje van de tuinbank.

 Verjaardag vieren in de zomer, heerlijk is dat.

zondag 13 april 2014

wie niets heeft beleefd, heeft niets te vertellen

Wie niets heeft beleefd, heeft niets te vertellen.


........................... en zo is er weer ruimte voor een nieuw waargebeurd verhaal.

Op zondag 23 maart vertrekken wij naar Barcelona in Spanje om vandaar door te reizen naar Tarragona. Van huis nemen we eerst met de auto de route via Amsterdam en Utrecht, om zo de drukte en het oponthoud vanwege de Nucleaire Top in Den Haag te omzeilen. Het is ook vanwege deze gebeurtenis dat wij kiezen voor Rotterdam Airport en niet voor Schiphol.
  

Het toestel van Transavia brengt ons in een kleine 2 uur naar Barcelona. Omdat we alleen handbagage bij ons hebben staan we snel buiten en gaan op zoek naar het autoverhuur bedrijf. We kiezen voor een Ford Fiesta, omdat Fiesta lekker Spaans aan doet.
Na een rit van een uur, met veel tolpoortjes, komen we aan in Tarragona.



Nu nog zoeken naar ons hotel. Het ligt aan zee, dus gaan we die richting op een vinden het dan snel.
Een kamer op de tweede verdieping met uitzicht op zee en een klein balkon, alles keurig netjes.
Dan gaan we gauw naar buiten om nog even te genieten van het weer en de omgeving. De Rambla Nova is de grote hoofdstraat en daar zitten we niet ver vanaf. Via een palmen plein met een mooi uitzicht op de Middellandse Zee lopen we een rondje en nemen een cappuccino en crêpes als avondmaaltijd. Het is zondag(avond) en de winkels zijn gesloten.
Er staat een stevige wind en we besluiten weer terug te gaan naar ons hotel.

 De maandagochtend, 24 maart, begint met een stevig ontbijt in het hotel en daarna gaan we opnieuw de stad verkennen. El Corte Ingles is een groot warenhuis en daar snuffelen we even rond. We lopen de Rambla Nova helemaal af en nog enkele zijstraten. Lunch op een bankje en tijd voor een siësta.
Na de siësta gaan we per auto de stad uit om op zoek te gaan naar het bedrijf waar Simon dinsdag voor zaken moet zijn. Dit is nog een hele klus, maar ons zoeken wordt beloond en Simon gaat daar even kennismaken en ik wacht in en bij de auto.
Via een grote supermarkt weer naar Tarragona en picknicken we op onze hotelkamer.

Dinsdagochtend op tijd op, ontbijt beneden in het hotel en dan gaat Simon weg. Ik ga in een hoekje op het balkon in het zonnetje zitten lezen en besluit om 9 uur naar het strand te gaan lopen. Er staat een frisse wind en het is zo'n 13 tot 16 graden, geen weer om op het strand te gaan liggen. Ik moet op zoek naar een onderdoorgang, want langs het strand loopt een treinbaan en een weg.Tegenover het hotel ga ik de trap af en zie daar de restanten van een Romeins amfitheater.



Even vragen en dan sta ik al snel op het strand. Ik loop naar het uitstekende puntje dat ik vanuit de hotelkamer al zag. Dan weer terug en nog een stuk langs de boulevard richting haven, waar veel mensen hun dagelijkse rondje lopen te wandelen en rennen.
Als ik mij omdraai kan ik nog een mooi plaatje schieten van het hotel in de zon.

Als ik ongeveer 2 uur zo gelopen heb, ga ik weer op zoek naar de kleine staatjes. Maar eerst op de Rambla kijken. Dan zie ik dat ik de markt daar heb gemist en iedereen is druk aan het opruimen. Zelfs de stalletje worden uit elkaar geschroefd en in de vrachtwagentjes gedaan. Het waait er heel erg en ik zoek de luwte op.
In de kleine straatjes zijn veel lege winkelpanden en ik sla links en rechts af en zie na enige tijd een supermarkt. Tijd om mijn lunch in te slaan en een rustpauze te nemen in het hotel.Schoenen uit en voetjes van de vloer.

De televisie is niet te verstaan en alles is na gesynchroniseerd, dus een boek en mijn broodjes zijn genoeg.
Tegen 2 uur ga ik de deur weer uit en nu richting oude stad. De zon is niet erg meer te zien. Maandagavond hebben we al iets gezien dat ik nu ga fotograferen. Diverse namen op kleine winkeltjes doen ons aan familieleden denken en nu is er genoeg licht om dat  vast te leggen.


 Ik wacht totdat er geen mensen langs lopen en druk dan snel af.

Tijd voor een kop koffie en ik vind een restaurantje waar het niet druk is. Een americano wordt het, een grote koffie. Alle uitgestalde zoetigheid laat ik liggen.Met mijn boek uit het rugzakje installeer ik mij in een hoekje en lees al drinkend mijn americano decafinta.
Er zijn nog meer plaatjes te schieten nu de zon goed staat en ik tijd genoeg heb. Ik zag sinaasappelboompjes die vol met vruchten zitten en zoek de mooiste uit voor een foto. Een muurschildering op de zijkant van een huis, een winkeltje met een leuke naam en allemaal gekke artikelen binnen en natuurlijk de Castellas op de Rambla Nova
muurschildering
grappig winkeltje met gekke naam
beeld op de Rambla Nova



De Castellers, een piramide van mensen, is een soort van traditie die voor Pasen plaatsvind en heel veel bezoekers trekt. 
Het is een heel kleurig feest en de bovenste figuren zijn vaak kinderen, die heel hoog klimmen om er bovenop te komen.

Ik vond een plaatje hiervan hoe dat er uit moet zien, maar zelf waren we daar niet bij. Het grote standbeeld staat halverwege de Rambla Nova.

Dan wordt het zo langzamerhand tijd om terug te gaan naar het hotel. Ik heb nog niets van Simon gehoord en kijk nogmaals of mijn telefoon het doet. Op de kamer aangekomen, begin ik eerst aan mijn schrijfopdrachten, want de 100 dagen en 40 dagen draaien gewoon door.
Voor de 40 dagen heb ik een kaart gekocht van de menselijke piramide en de pen vliegt over het papier. Het gaat over tradities en vertrouwen in elkaar, een mooi plaatje er bij en het is zo klaar.
Als ik klaar ben met schrijven is het 6 uur en ik zie dat buiten de straat nat is. De mensen haasten zich naar huis. Nog geen berichten van Simon. Om 7 uur zie ik hem toevallig het parkeerterrein op rijden.
 het werk is nog niet af, alles zat tegen vandaag en we maken een plan voor de volgende dag. We besluiten dat ik alleen terug zal reizen woensdag met de geplande vlucht vanuit Barcelona naar Rotterdam in de middag.
 Simon laat op het werk uitzoeken wat voor hem een goede oplossing is om terug te vliegen.
Dan gaan we uit eten en smullen van een heerlijk voorgerecht en een tong met amandelsaus als hoofdgerecht. We zitten prima zo en lopen na dit diner weer naar het hotel. Het is donker en de boten op zee zijn verlicht.In het hotel vragen we naar een time table voor het vertrek van de treinen uit Tarragona naar Barcelona. Het station is hier niet ver vandaan.


woensdag 26 maart.
We zijn op tijd op en na het ontbijt en als alles ingepakt is verlaten we het hotel. Met de Fiesta zet Simon mij af bij het station. Ik heb de parkeerkaart van de luchthaven bij Rotterdam mee en de autosleutels. Wat een avontuur. Om kwart over 8 loop ik het station binnen. Natuurlijk eerst een kaartje kopen. Ik zie een ticket automaat staan, maar gelukkig is er ook een loket open en de dame hierachter spreekt redelijk Engels. Acht euro en vijf cent kost een enkele reis naar Barcelona Airport, maar dan moet ik wel overstappen.
Geen punt, ik ben vroeg genoeg en heb tijd zat. Buiten neem ik plaats op een bankje op het perron in de zon. Er gaan verschillende treinen en mensen stappen in en uit. Een echtpaar verderop staat druk te gebaren met elkaar, maar wat ze zeggen kan ik niet verstaan.Dan komt de vrouw naar mij toe, wijst naar mijn kleine koffertje en vraagt in het Duits of ik ook naar de luchthaven in Barcelona ga. Als ik daar een positief antwoord op geef, vraagt ze mij of ze mitt kommen kunnen. Natuurlijk, geen probleem, ik weet zelf ook niets, maar dat zeg ik niet. Op afstand houden ze mij in de gaten en als ik in de volgende trein stap, lopen zij vlak achter mij. Het is druk in de trein en ik zie een plaatsje bij het raam. Ik slinger mijn koffertje in het bagagerek er boven en wring mij naar de vrije plaats. Herr und Frau zitten inmiddels ook en zij knikt goedkeurend naar mij.
De dame naast mij begint een gesprekje en dat gesprek duurt de hele reis. Zo gaat dat als je alleen reist. Ze is op weg naar Barcelona en gaat daar een visum halen voor haar vakantie naar China. Ze spreekt goed Engels, maar ook Duist en Frans omdat ze geboren is in Genève, Zwitserland. Als zij dan vertelt een vriend te hebben die in Rotterdam woont en zij dus ook regelmatig die kant op reist, is het toeval weer aangekomen. Met hem gaat ze een reis maken naar China.
We spreken Engels met elkaar en zij vertelt mij dat ik in Barcelona perron 9 of 10 moet hebben voor het laatste stukje per trein naar het vliegveld. De reis is zo voorbij en even voor we aankomen sta ik op, pak mijn koffer uit het rek en neem afscheid van mijn tijdelijke reisgenote. Bij het uitstappen kijk in nog even of mijn Duitse schaduwen mee komen en dat gaat goed. 
Dan word ik bij het uitstappen aan mijn mouw getrokken door een dame die voor mij zat in de trein; ik herken haar meerkleurige rode haar. Zij heeft een hele grote koffer mee en een flinke rugzak en vraagt in het Engels of zij met mij mee mag naar the airport. Natuurlijk! Join the club!
 Onderwijl vertelt ze mij dat ze naar Bristol vliegt, maar dat ze nog nooit heeft gevlogen en een beetje bang is. De heenreis naar Spanje maakte zij 3 weken geleden met de boot en de auto.
We gaan door de poortjes, met de roltrap omhoog en naar het perron dat mij is verteld en daar aangekomen zie ik Herr und Frau een stukje achter ons. Perron 9 en 10 grenzen aan elkaar en we wachten tot de goede plek op het info bord komt te staan. Het is heel druk geworden en als ik zie dat er een 10 op het bord komt, draai ik snel om en we staan zo vooraan als de trein komt.
 Een veel kleinere trein nu en weinig ruimte voor koffers, groot of klein. Aangekomen op de luchthaven is het zoals gewoonlijk nog een stuk lopen en als we aangekomen zijn in Terminal B, weten the Germans hun weg te vinden. Ik breng little red head nog naar Terminal C en laat zien waar ze haar koffer in kan leveren en door de douane kan gaan. Op haar vraag of ze haar pillen tegen vliegangst moet innemen ( ze weet niet of ze dat heeft, omdat ze nooit eerder vloog), zeg ik haar dat ze dat beter niet kan doen. "Ga maar naar de stewardess in het vliegtuig als je daar binnenstapt en zeg haar dat het je eerst keer is en dat je een beetje angstig bent."
Opgelucht kijkt ze mij aan, bedankt mij hartelijk en loopt met opgetrokken schouders in de richting die ik haar gewezen heb. Ze kijkt nog een keer om, zwaait en lacht.

Teruggekomen in Terminal B, zoek ik een bankje en kijk wat in de rondte. Het is net 12 uur geweest en ik heb nog 3 uur te zitten hier. Een spelletje op de iPad, even lezen, een toilet zoeken ( wat zijn die hokjes klein als ook je koffer er bij moet) en weer een rondje lopen. Ik heb nog geen instapkaart en moet dus in de rij. Als er eindelijk een balie wordt aangegeven, is het daar onmiddellijk heel druk. Dan gaat deze balie weer sluiten en gaat een andere open: een hele volksverhuizing komt op gang. Ik kijk regelmatig over mijn schouders om te zien of ik Simon  toch nog zie komen. Nog niets te zien, maar het kan nog.

Als ik aan de beurt ben willen ze mijn kleine koffertje ook in het ruim doen, dat kost mij niets, zeggen ze heel lief. Ik wil mijn koffer houden, omdat ik snel weg moet in Rotterdam en een afspraak heb die avond. Dan gaan ze mijn koffertje wegen en dat komt op 8.5kg. Niets op aan te merken, behalve dat ik weet dan mijn boek en iPad er nog niet inzitten. Doorlopen maar en niets zeggen. Bij de douane gaat het heel snel, mede omdat mijn wandelschoenen in mijn koffer zitten en niet aan mijn voeten. Geen gepiep deze keer gelukkig.

Dan begint het grote wachten aan de andere kant van de luchthaven. Een kop koffie eerst maar, want mijn waterflesje heb ik voor de douane leeggedronken en weggegooid.
Daarom zoek ik weer een toilet en loop wat rondjes. Geen taxfree shops meer voor mij, ik ben er klaar mee.
Regelmatig kijk ik op de monitor om te zien of de gate al staat aangegeven. Als deze verschijnt rond half 3, blijkt dat ik er vlak voor sta en ik sta vooraan. Een dame in rolstoel gaat voor en dan ben ik aan de beurt.
Nog geen Simon. 
Een plekje bij het raam, iets voor de vleugel en ik installeer mij met een boek. De stoelen naast mij raken bezet en tot het moment dat de deur dicht gaat blijf ik kijken of hij nog zal komen. De deuren gaan dicht en we taxiën naar de startbaan. Bijna 3 uur en we zijn in de lucht.

We vliegen over Barcelona en dan zie ik de bergen. Even lezen en ik val een moment in slaap. Als ik mijn ogen weer open doe, draait er een film op de kleine schermen. Ice Age 1 of 2?
Tegen 5 uur landen we op Rotterdam Airport en als ik uit het toestel ben ben ik ook zo buiten. Parkeergeld betalen en op zoek naar de auto. Dan kom ik op de snelweg in de avondspits en tot Schiphol is het 80 kilometer rijden en goed opletten. Ik heb wat moeite met de overgang van passief reizen naar actief reizen, maar het gaat goed.
Iets voor 7 uur ben ik thuis, bel Simon en vertel mijn verhaal in het kort. Ik hoor dat hij de volgende dag rond half 4 op Schiphol zal landen. Het werk ging goed vandaag en hij kan morgen wel naar huis.
Nog even een belletje naar de kinderen, een cup of soupje en dan ga ik op weg naar mijn woensdagavond clubje voor 6 weken: de 40-dagen-schrijfclub. Als ik om kwart over 10 thuis kom, heb ik het wel gehad. Een douche en dan snel naar bed. Morgen eerst maar eens 'thuis komen' en op tijd naar Schiphol om Simon te halen.